Wilde bomen & struiken worden in Nederland steeds zeldzamer. Nog slechts 3% van alle bomen en struiken in Nederland is autochtoon, dat maakt ze kwetsbaar. Wij maken wij ons sterk voor het beschermen van dit groene erfgoed. Deze route gaat langs het oerlandschap van het Reestdal.
Startpunt: bezoekerscentrum De Wheem, Oud Avereest 22, 7707 PN Balkbrug
Grotendeels onverharde paden
Bezoekerscentrum De Wheem van Landschap Overijssel is een goed begin- of eindpunt van een middagje Reestdal. In de fraaie boerderij vind je een winkel en je kunt er terecht voor een kopje koffie met krentewegge.
Kinderen kunnen zich vermaken met het spannende Speelnatuurpad dat start achter het bezoekercentrum. Ook worden er regelmatig leuke en interessante activiteiten in het landschap georganiseerd voor jong en oud!
openingstijden De WheemDe Wheem is een Toeristisch Overstap Punt (TOP); een vertrekpunt voor wandel- en fietsroutes door het Reestdal. Naast de wandelingen van wandelnetwerk Vechtdal, kun je vanaf hier verschillende routes via de app van Landschap Overijssel volgen. Alle routes (ook speurroutes!) vind je via:
routes Landschap OverijsselOp de grens van Overijssel en Drenthe ligt het Reestdal; authentiek oerlandschap gevormd door ijs, water en wind. De afgelopen 800 jaar is hier niet veel veranderd, o.a. omdat het gebied nooit ten prooi is gevallen aan ruilverkaveling en landbouwintensivering.
Waar in Nederland tal van rivieren en beken zijn rechtgetrokken, slingert de Reest slingert nog bijna overal in haar oorspronkelijke vorm door het landschap. Overstromingen zorgen voor bemesting van de hooilandjes. Het ijzerrijke grondwater is fijn voor soorten als de dotterbloem.
Je vindt hier bos, heide, hooilanden en oude boerderijen. Typisch voor het beekdal is de kleinschaligheid; kleine akkertjes met oude graansoorten en akkerkruiden als korenbloem en kamille. Ook de eeuwenoude hakhoutbosjes, houtwallen en kerkenpaden roepen een gevoel op van vroegere tijden.
Wilde bomen en struiken worden in Nederland steeds zeldzamer. Nog slechts 3% van alle bomen en struiken in Nederland is autochtoon. En dat maakt ze kwetsbaar. Vanuit onze missie om het streekeigen landschap van Overijssel te behouden, maken wij ons sterk voor het beschermen van dit groene erfgoed.
Autochtone (of: wilde) bomen en struiken zie je vooral op plekken waar al sinds 1850 of eerder bomen groeien. Ook zijn ze te vinden in landschapselementen zoals heggen, houtwallen en singels die de ruilverkavelingen en landinrichting van de afgelopen 70 jaar overleefden. Zoals hier in het Reestdal!
Eeuwenlang hebben deze wilde soorten zich aangepast aan veranderingen in hun omgeving. Ze van groot belang voor onze soortenrijkdom. Op deze route laten we je verschillende wilde bomen & struiken zien. Benieuwd hoe we ze beschermen? Volg ons project via:
Wilde bomen & struikenHakhout was eeuwenlang onmisbaar voor boeren. Als brandstof voor de kachel, timmerhout voor de hekken, beukenhout voor meubels. Zo had elke boer zijn eigen hakhout- of geriefhoutbosje.
Om de 5 tot 15 jaar werden de bomen vlak boven de grond afgezaagd tot een stomp of ‘stoof’, om daarna weer aan te groeien, vaak in grillige vormen. Dus met een tiental hakhoutperceeltjes kon je elk jaar oogsten. We noemen dit met een mooie term ook wel ‘hakhoutcultuur’.
Hakhoutstoven of stobben zijn met hun grillige vormen relatief gemakkelijk te herkennen in het veld. En omdat deze vorm van bosbeheer al eeuwenoud is, zijn het handige indicatoren voor wilde bomen en struiken. Hier in het Reestdal vind je ze gelukkig nog.
Kerkenpaden zijn ontstaan op plekken waar mensen uit de wijde omtrek te voet naar de kerk gingen. Waar een 'gewone' weg ontbrak, werden kleine, vaak slingerende paadjes uitgesleten door de kerkgangers. Zo ook hier.
Vanuit alle richtingen kwam men te voet naar de Reestkerk. Dat was niet altijd makkelijk; de weg was lang en de vrouwen droegen lange rokken. Toen er wegen kwamen, pakten veel kerkgangers daarom de fiets. In de loop der tijd zijn veel kerkenpaden verdwenen. Gelukkig is het pad hier bewaard gebleven.
Van sommige plekken weten we dat er al eeuwenlang een bruggetje is geweest, zoals hier, op de grens tussen Drenthe en Overijssel. Het gebied rond de Reest bestond in de vroege middeleeuwen uit veenmoerassen en smalle dekzandruggen. Boerengezinnen probeerden in deze ruigte een bestaan op te bouwen.
Verspreid over het landschap ontstonden kleine buurtschappen. Het eerste houten kerkje van Oud Avereest werd in 1236 gebouwd. Kerkgangers vanuit de weide omgeving liepen uren door het ruige landschap lopen om de kerk te bereiken.
Het Bruggetje van Bartje werd in de 13e eeuw aangelegd om kerkgangers uit buurtschappen aan de Drentse kant van de Reest toegang te bieden tot het kerkje aan de Overijsselse kant. In 2021 werd een historische tekening uit 1846 van de brug gevonden in het archief van Historisch Centrum Overijssel.
Aan weerszijden van het pad zie je eeuwenoude (doorgeschoten) essenstoven, ontstaan vanuit de zogenoemde hakhoutcultuur. Men plantte en oogstte gefaseerd verschillende perceeltjes met hakhout. Het hout van essen werd gebruikt voor het maken van bijvoorbeeld schoppen, bijlen, harken en hamers.
Essen groeien vrij snel. Als je de boom tot vlak boven de grond afzaagt tot een stomp (stobbe), groeien er nieuwe uitlopers die je na zo'n 5 jaar weer kunt oogsten. Als de stammen dicht bij elkaar of naar elkaar toe groeien, ontstaat een langgerekte vorm (stoof).
Als je zorgt voor bomen en uitlopers van verschillende leeftijden en werkt in een oogstcyclus van 5 jaar, ben je elk jaar verzekerd van hakhout. Waarschijnlijk hebben boeren eeuwenlang hier hun hakhout vandaan gehaald. De kans is groot dat deze essen autochtoon zijn, dus hier van nature voorkomen.
Eeuwenlang hebben deze wilde soorten zich aangepast aan veranderingen in de omgeving. Ze zijn van groot belang voor onze soortenrijkdom! Binnen het project 'Wilde bomen & struiken' leiden we vrijwilligers op om nog aanwezige autochtone soorten in Overijssel in kaart te brengen. Volg ons project via:
Wilde bomen & struikenHet meertje is waarschijnlijk een zogenoemde uitblazingskom, ontstaan in een koude periode waarin het water stagneerde toen het klimaat natter werd.
Vroeger werd het meertje door de lokale bevolking gebruikt om turf te steken. Van de lokale bevolking kreeg het de naam het Spookmeertje. Volgens de verhalen zagen zij op mistige dagen gedaantes boven het water zweven die je water in wilden trekken.
Misschien zie je hier de dodaar, een schuwe watervogel, familie van de fuut maar wel een formaat kleiner. Hij houdt van ondiep en beschut water met een rijke oeverbegroeiing en onderwatervegetatie. Moerasgebieden bijvoorbeeld, maar ook vennen en meren.
Eind 14e eeuw waren er drie ‘Westerse Huisen’ waarvan de Wildenberg er één was. De twee andere kennen we nu als buurtschap ‘Den Westerhuis’. Daarmee behoorde De Wildenberg samen met Den Westerhuis tot de oudste erven langs de Reest.
Tot 1920 werd de Wildenberg verpacht, onder andere aan de familie Takke, die in de 19e eeuw verschillende generaties lang het boerenbedrijf op de Wildenberg runde. Natuurgebied de Takkenhoogte (hier vlakbij) verwijst naar deze familienaam.
Sinds de jaren '60 is zo'n 1300ha grond in het Reestdal aangekocht door Landschap Overijssel en Het Drentse Landschap met als doel natuur en landschap in dit beekdal te herstellen en bewaren. Zo ook de Takkenhoogte en natuurgebied Haardennen, ten zuiden van de Wheem.
De Reest is van oorsprong een veenstroompje in een hoogveenlandschap dat zo’n 6.000 jaar geleden ontstond. De rivier stroomt door het oerstroomdal van de Vecht, ontstaan in de voorlaatste ijstijd. Het landschap dat hier van nature voorkomt (dus zonder menselijke invloed) noemen we beekdallandschap.
Het oerstroomdal van de Vecht bood afwisseling van open water, natte gronden en hoge, droge plekken, waar al in de prehistorie mensen woonden. De eerste dorpen ontstonden in de 8/9e eeuw. Op de hoge droge delen in het landschap kwamen akkers en de natte dalen laagten werden gebruikt als hooiland.
Van veel beken is vanaf de middeleeuwen de natuurlijke loop verdwenen. Ze werden rechtgetrokken, verdiept, verlegd of verbonden met het oog op bevloeiing, bewoning, ontwatering of transport. Zeker in de 20e eeuw werden veel rivieren gekanaliseerd, met alle negatieve ecologische gevolgen van dien.
Gelukkig is natuurlijke beekloop van de Reest grotendeels behouden, waardoor hier hoge natuurwaarden zijn. Het dal biedt een fijne leefomgeving aan o.a. ooievaars, dassen en vossen. Ook zie je bijzondere planten zoals noordse zegge, grote pimpernel en moeraskartelblad, de orchidee van het Reestdal!
Binnen het project 'Wilde bomen & struiken' leiden we vrijwilligers op om de nog aanwezige autochtone soorten in Overijssel in kaart te brengen. Op deze plek vind je eeuwenoude beuken. Of ze autochtoon zijn, weten we niet.
Deze beuken zijn wellicht aangeplant als oprijlaan richting bijvoorbeeld een landhuis of herenboerderij. Het is minder waarschijnlijk dat ze als hakhout zijn gebruikt, zoals de essen en eiken vlakbij De Wheem, ook al zien we hier een 'stoof'.
We spreken pas van een hakhoutcultuur als we minstens een 10-tal stobben of stoven zien. Oud zijn ze wel, deze beuken, maar we weten dus niet zeker of ze autochtone genen hebben. Ze kunnen ook zijn geïmporteerd of gekweekt met beukennootjes van de markt.
Langs dit pad zie je links en rechts eeuwenoude essen. De boer zaait deze in met oude graansoorten zoals rogge en boekweit. Tussen het goudgele graan zie je in de zomer allerlei akkerbloemen zoals de blauwe korenbloem, klaproos en soms zelfs de zeer zeldzame roggelelie.
Door schaalvergroting in de landbouw en het gebruik van kunstmest en pesticiden staat dit soort inheemse akkerkruiden tegenwoordig ernstig onder druk. In dit gebied vind je ze gelukkig nog. Hier en daar een handje geholpen door het inzaaien van akkerranden.
Landschap Overijssel informeert je graag over het nut van akkerkruiden en welke inheemse, streekeigen soorten je goed kunt inzaaien.
Informatie over akkerkruidenIn Oud Avereest vind je de oudste begraafplaats van de voormalige gemeente Avereest. De bewoners uit de omgeving werden bij de kerk begraven. In de 13e eeuw stond op deze plek een kerkje, achter het smeedijzeren hek, op het hogere gedeelte.
Bij het oude kerkje van Avereest heeft een klokkenstoel gestaan. Die is waarschijnlijk gebouwd in het jaar waarin de oudste klok is gegoten: 1636. In dat jaar werd de kerk die behoorlijk vervallen was ingrijpend gerenoveerd en opgeknapt.
Een aantal decennia later werd de klokkenstoel uitgebreid met een tweede klok. Bij de bouw van de nieuwe –huidige– kerk met toren (1852) werd de klokkenstoel overbodig en is afgebroken. Tegenwoordig wordt de Reestkerk gebruikt voor o.a. exposities en kamermuziek. Benieuwd? Bekijk het programma via:
https://reestkerk.nlJe bent hier te gast op terrein van Landschap Overijssel. Al 90 jaar beschermen, beheren en ontwikkelen wij natuur en landschap met kwaliteit voor mens, plant en dier zodat het er goed leven is.
Help mee bij de bescherming en ontwikkeling van natuur & landschap in Overijssel, zodat je kunt blijven genieten van dit mooie, afwisselende oerlandschap! Je bent al donateur vanaf €24,- per jaar.
Gift doen of donateur worden?Route gemaakt door Landschap Overijssel rond het project 'Wilde bomen & struiken'.
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!